
Invoeringswet Wetboek van Strafrecht
Artikel 40
Indien naar de oude wetgeving ontzetting had kunnen worden uitgesproken van al de in art. 8 der wet van 29 Juni 1854 (Staatsblad n°. 102) vermelde rechten, treedt daarvoor 's rechters bevoegdheid tot ontzetting van de in art. 28, n°. 1, 2, 3 en 4 van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechten, benevens van voogdij en curateele over eigen kinderen, in de plaats.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.